Beschrijving belugasteur

Leefgebied

De belugasteur of Europese steur (Huso huso) is een steur die vooral in de Kaspische Zee en de Zwarte Zee leeft. Tegenwoordig is deze vis ook in andere gebieden te vinden. Deze steuren kunnen zowel in zoet water als in zout water leven.

Uiterlijk

De belugasteur is de grootste steurensoort ter wereld en de grootste Europese zoetwatervis. Deze vis kan wel vijf meter lang en 1200 kilo zwaar worden. Er zouden exemplaren zijn gevonden met lengte van 8,6 meter en een gewicht van 2700 kilogram. Maar meestal heeft deze steur 'slechts' een lengte van 1.5 tot 2 meter. De onderkant is wit en de rug is donkergrijs of groenachtig. De staartvin is aan de bovenzijde langer dan aan de onderzijde.

Deze vis heeft een langwerpig lichaam met een platte licht omhoog gebogen snuit met een tandenloze bek aan de onderkant. Aan zijn bek heeft hij vier gevoelige baarddraden waarmee hij de bodem aftast op zoek naar voedsel.

De belugasteur heeft geen schubben maar 5 horizontale rijen knobbelige beenplaten: één rij van 11-14 beenplaten op de rug (waarvan de eerste de kleinste is), één rij aan elke flank van 41-52 beenplaten en één rij aan beide kanten van de buik bestaande uit 9-11 beenplaten.

De naam 'beloega' komt net als bij de witte dolfijn van het Russische белуга, dat een afgeleide is van belaja, wat 'wit' betekent.

Wetenswaardigheden

Steuren worden tegenwoordig voornamelijk gekweekt voor het vlees en de kaviaar. De eitjes van de belugasteur worden gebruikt voor de beroemde belugakaviaar, een zeer dure soort kaviaar. Kaviaar is een dure delicatesse en met name de kaviaar van de belugasteur is erg veel geld waard. Helaas worden verschillende steurensoorten, waaronder de belugasteur, daardoor met uitsterven bedreigd. In Nederlandse wateren produceert deze soort geen smaakvolle kaviaar, maar de eitjes kunnen wel nakomelingen opleveren.

Steurachtigen zijn primitieve straalvinnigen waarvan fossielen dateren uit de Onder-Jura (200 miljoen jaar geleden), met een oorsprong die misschien nog wel eerder in het Mesozoïcum ligt (250 miljoen jaar geleden). Steurachtigen beschikken over een unieke mix van beenvisachtige kenmerken (skelet bestaande uit bot) en kraakbeenvisachtige kenmerken (skelet bestaande uit kraakbeen)

Voedsel in de natuur

De belugasteur is een roofdier en heeft als voedsel andere vissen en kleine bodemdieren zoals wormen en kreeftjes. De belugasteur onderscheid zich van de andere steuren doordat dit de enige vleesetende steur is.

Gedrag

De belugasteur is een groot roofdier dat zich voedt met andere vissen. Zoals vele steuren, zwemt hij stroomopwaarts in rivieren om te paaien.

Predatie

Door zijn grootte heeft de belugasteur geen natuurlijke vijanden.

Voortplanting

Belugasteuren zijn later volwassen dan de meeste andere steurachtigen. De vrouwtjes zijn na 17-29 jaar geslachtsrijp en de mannetjes na 11-23 jaar. De vrouwtjes in de Kaspische zee zijn om de 4-8 jaar seksueel actief en de mannetjes elke 4-7 jaar. Onder gunstige omstandigheden kan een beluga tot negen keer in zijn leven paaien.

Beluga steur volwassen later dan de meeste andere acipenseriforms, meestal na hun 12e jaar (Lelek 1987). Raspopov (1993) schat dat beluga steur in de Kaspische seksueel actief om de 4-8 jaar voor vrouwen, en elke 4-7 jaar voor mannen. Onder gunstige omstandigheden kan een beluga tot paaien tot negen keer in zijn leven.

Ze zijn anadroom, dat wil zeggen dat het vissen zijn die vanuit zee de rivieren optrekken om te paaien. De volwassen vissen trekken in het voorjaar naar de zoetwater paaiplaatsen in de rivieren van de Kaspische Zee of de Zwarte zee. Belugasteuren paaien bij een watertemperatuur van 9-11 graden C.

Beluga steur paaien bij een watertemperatuur van 9-11 graden C en ze zijn gevoelig voor deze watercondities tijdens perioden van paai (Levin 1997). Echter, anders dan paaien tijden, volwassenen zijn vrij ongevoelig voor veel milieu-factoren, met name gezien het feit dat ze leven in een aantal van de meest vervuilde en veranderde waterwegen in de wereld.

De larven trekken in mei en juni stroomafwaarts. Na 28-45 dagen wegen de larven ongeveer 2,5-3 gram. Tegen de tijd dat ze in de zee zijn, zijn ze 6-11 cm lang. Pas uitgekomen larven kunnen 24 km per dag afleggen tijdens hun trek naar zee. Tegen het vierde levensjaar kan de belugasteur al één meter lang zijn. Jonge exemplaren (jonger dan 10 jaar) verspreiden zich in het noorden van de Kaspische zee. Die verspreiding geschiedt voornamelijk onder invloed van ecologische factoren als watertemperatuur en de hoeveelheid levensvormen in het slib op de zeebodem.

De steur kan erg oud worden, soms wel meer dan honderd jaar.

Bedreiging

Door overbevissing is de belugasteur een bedreigde diersoort geworden. Naast overbevissing voor kaviaar zijn ook het afdammen van rivieren en waterverontreiniging oorzaken voor de bedreigde status van de steur.

Bronnen:

Creative Commons License
Dit werk is valt onder een Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Unported-licentie.