Beschrijving zwartvoetpinguïn

Leefgebied

De zwartvoetpinguïn of Afrikaanse pinguïn is endemisch voor zuidelijk Afrika. Hij leeft enkel langs de kustwateren van het westen van Zuid-Afrika en Namibië, waarlangs de Benguelastroom stroomt. Dwaalgasten komen noordwaarts voor tot Zuid-Angola en oostwaarts tot Natal en Zuid-Mozambique. De zwartvoetpinguïn is de enige nog levende pinguïnsoort die langs de Afrikaanse kust broedt. Er zijn wel prehistorische soorten die ook in Afrika voorkwamen.

Deze pinguïnsoort vormt kolonies op achttien eilanden vlak voor de kust, maar ook op enkele plekken op het vasteland. Een bekende kolonie ligt bij Simonstad, ten zuiden van Kaapstad.

Uiterlijk

De zwartvoetpinguïn heeft een zwarte rug en flanken en witte buik en keel. Over de buik, van de flanken tot het begin van de keel, loopt een zwarte, hoefijzervormige streep. Dit is in de regel een enkele streep, maar sommige individuen hebben een dubbele. De vleugels zijn aan de bovenzijde zwart, maar aan de onderzijde gevlekt. Ook de kop kent een zwart-wit patroon. Het gezicht is zwart. Opvallend aan deze pinguïn is een naakte, roze vlek die boven hun ogen richting de bovensnavel loopt. Om die reden kreeg de soort in het Afrikaans de naam brilpikkewyn. 'Pikkewijn' is een oud-Nederlands woord voor pinguïn. Vanaf deze naakte plek loopt een grote witte streep als een wenkbrauw over de ogen, via de zijkant van de kop richting de witte keel. De snavel van de zwartvoetpinguïn is stevig en grijs-zwart van kleur. De poten zijn zwart. 

Jonge dieren zijn de eerste drie maanden dof grijsbruin van kleur. De buik is wit, maar de witte wenkbrauw ontbreekt.  Meestal verblijven ze dan in het nest. Wanneer de jongen hun donskleed verliezen krijgen ze hun uiteindelijke pinguïnpak. 

De zwartvoetpinguïn wordt ongeveer 60 tot 70 cm lang. Ze wegen tussen de 2.2 en 3.5 kg.

Voortbeweging

De zwartvoetpinguïn is een uitstekende zwemmer, die onder water snelheden van wel 20 km/u kan halen. Tijdens hun dagelijkse trips kunnen ze afstanden van 30 tot 70 km afleggen.

Wetenswaardigheden

  • De luide roep van de zwartvoetpinguïn lijkt op het gebalk van een ezel. Hieraan dankt de vogel zijn vroegere Engelse naam, Jackass penguin ("ezelspinguïn"). In het Nederlands kennen we overigens een andere pinguïnsoort die de naam ezelspinguïn draagt.
  • De kuikens sissen bij gevaar.

Voedsel in de natuur

Hij eet kleine vis als ansjovis, kleine schaaldieren en inktvis. Ze foerageren voornamelijk overdag op zee, vaak in groepjes. Voor het foerageren begeeft hij zich in de regel niet ver van de kust af, meestal tot 15 km, zelden tot 100 km. De pinguïns blijven aan het oppervlak, maar houden regelmatig hun kop onder water om prooien te vinden. Zodra iets is ontdekt, duikt het gehele foerageergroepje onder.

Gedrag

Het is een groepsdier, dat rust en broedt in grote kolonies. Zwartvoetpinguïns baden meestal binnen een paar meter van de kustlijn. Ze schudden hun lichaam wild in het rond en strijken dan hun veren glad met hun snavel en poten. Regelmatig kan worden waargenomen dat ze elkaars veren gladstrijken. Dit is praktisch omdat de pinguïns de veren op hun eigen kop en hals moeilijk zelf kunnen gladstrijken. Als ze alleen zijn moeten ze hiervoor hun poten gebruiken. Hierbij worden ook parasieten zoals teken verwijderd. Omdat deze vogels in ijskoud water moeten kunnen zwemmen is het uitermate belangrijk dat zij hun verenkleed goed verzorgen. Deze vogels zijn ieder jaar voor een periode van twee weken in de rui. In die periode kunnen ze niet zwemmen en kunnen ze dus ook niet op voedsel jagen.

Op warme dagen duiken ze in het water om koel te blijven. Af en toe wordt er gevochten waarbij ze met de vleugels slaan en elkaar bijten.

Omdat zwartvoetpinguïns in grote kolonies leven is het belangrijk dat ze elkaar goed kunnen begrijpen en elkaar kunnen herkennen. Daarom hebben deze vogels een breed assortiment van geluiden, houdingen en bewegingen. Door middel van een balkend geluid geeft een zwartvoetpinguïn aan dat hij bij zijn eigen nest staat. Een pinguïnpaar maakt vaak samen balkende geluiden waarbij zij met hun halzen en koppen om elkaar heen draaien. Dit dient ter versteviging van de onderlinge band.

Wanneer deze vogels hun snavel tegen hun borst gedrukt houden en hun vleugels spreiden dan doen ze dit om indruk op elkaar te maken. Ze draaien dan om elkaar heen. Op die manier wordt dan duidelijk of het al dan niet om een indringer gaat. Mocht dit inderdaad het geval zijn dan gaan ze over tot snavelgevechten. Hierbij houden ze ogen bijna gesloten om deze te beschermen. Om te dreigen laat de zwartvoetpinguïn zijn tegenstander ook vaak zijn wangen zien waarbij de veren dan zijn opgezet.

Predatie

Predatoren zijn de Kaapse pelsrobben. Kelpmeeuwen en heilige ibissen hebben het vaak op de eieren en de jongen voorzien terwijl op het vast land wilde katten, mangoesten, tijgergenets en luipaarden een bedreiging vormen.

Voortplanting in de natuur

Zwartvoetpinguïns zijn monogaam. Tijdens de broedperiode zijn de mannetjes en de vrouwtjes door het kleurenpatroon goed van elkaar te onderscheiden. Ze verzamelen zich dan in broedgebieden die 'rookeries' genoemd worden. Ze keren ieder jaar naar dezelfde broedplaatsen terug.

Alhoewel de soort zich het gehele jaar door kan voortplanten, vindt dit meestal plaats in de zuidelijke zomer. In november en december breekt de baltstijd aan. Het mannetje heeft in de balts zijn kop omhoog en laat een minuut lang een steeds luider wordende, balkende roep horen, zijn vleugels horizontaal gespreid. Zijn borst richt hij naar het vrouwtje van zijn keuze. Dit werkt aanstekelijk: als één mannetje begint, volgen vaak ook de andere pinguïns. Zwartvoetpinguïns die elkaar het hof maken staan ook vaak met trillende koppen en met de snavels naar beneden gericht tegenover elkaar. De balts vindt voornamelijk in de schemering plaats.

Het nest wordt gegraven in zandige grond of guano onder een struik of kei. Ook maakt hij gebruik van bestaande holen of holtes tussen rotsen. In de buurt van menselijke nederzettingen maakt hij soms ook een nest onder een woning of pier. In het nest legt het vrouwtje soms een, vaak twee eieren, die afwisselend door het vrouwtje en het mannetje worden uitgebroed. Na 40 dagen komen de eieren uit.

Nadat de eieren zijn uitkomen, voeren de ouders de jongen ongeveer een maand door voorgekauwd voedsel in de bek van de jongen te stoppen. De jongen worden, terwijl hun ouders naar voedsel zoeken, alleen gelaten in crèches of groepen, wat een typische eigenschap is van vogelsoorten die in grote kolonies broeden. Jonge pinguïns verlaten de kolonie na 2 tot 4 maanden

In de dierentuin

In verscheidene dierentuinen, waaronder Artis, Burgers' Zoo, Safaripark Beekse Bergen, Aachener Tierpark en ZOO Antwerpen is de soort gehuisvest in kolonieverband. Een aantal tuinen onderhoudt een fokprogramma dat door Artis wordt gecoördineerd voor Europa.

Bedreiging

De zwartvoetpinguïn is een lokaal algemene pinguïnsoort. De aantallen zijn de afgelopen jaren drastisch gedaald, van 69.000 in 1979-1980 naar iets meer dan 25.000 in 2009, een daling van 60,5%. Hierdoor beschouwt de IUCN de soort als bedreigd. De belangrijkste reden is waarschijnlijk overbevissing van zijn belangrijkste prooidieren. Ook olievlekken eisen hun tol. In het verleden had de soort ook te lijden onder guanowinning en eierrapen, maar dit is tegenwoordig verboden.

Bronnen

Creative Commons License
Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Unported-licentie.