Beschrijving blauwoogmaki

Leefgebied

Blauwoogmaki's leven in primaire en secundaire subtropische vochtige en droge bossen in de noordwestelijke punt van Madagaskar. Het leefgebied ligt tussen de Andranomalaza rivier in het noorden tot de Maevarano rivier in het zuiden. Ze komen veel voor in de bossen ten zuiden Maromandia in de buurt van Antananarivo en Antsiranana. Ze komen ook voor in de bossen van het schiereiland Sahamalaza, zoals in het Ankarafa-bos.

Uiterlijk

De blauwoogmaki heeft een lichaamslengte van 39 tot 45 cm en een staartlengte van 51 tot 65 cm. De kop-romplengte bedraagt 90 tot 100 cm hij weegt 1,8 tot 2,3 kg. Als primaat zijnde heeft hij sterke handen met een rubberachtige structuur voor het stevig kunnen vastpakken van takken. De staart, die langer is dan het lichaam, is geen grijpstaart.

Zoals veel soorten van het geslacht Eulemur, verschillen de mannetjes en vrouwtjes in uiterlijk. Mannetjes zijn effen zwart van kleur, waarbij de haren aan de wortels soms bruin getint zijn. Vrouwtjes zijn roodbruin van kleur met een lichtere kleur op de buik en rond het gezicht. De snuit en de achterkant van de handen en voeten is donkerbruin of grijs. Beide geslachten hebben blauwe ogen, waaraan ze hun naam te danken hebben. Daarmee zijn ze een van de weinige primaten die afgezien van mensen blauwe ogen hebben. De ogen kunnen in kleur variëren van helblauw en lichtgroen tot bleekgrijs.

De blauwoogmaki behoort tot de echte maki's en werd tot 2008 als een ondersoort van de zwarte maki of moormaki (Eulemur macaco) beschouwd. De blauwoogmaki en de zwarte maki zien er hetzelfde uit maar de blauwoogmaki heeft blauwe ogen, een zachtere en kortere vacht, oorpluimpjes en een karakteristieke korte kuif, terwijl de zwarte maki oranjerode ogen heeft en lange stekelige wangharen. In het Manongarivoreservaat, waar de leefgebieden van de twee soorten elkaar overlappen, komen ook hybride soorten voor, maar de nakomelingen hiervan hebben altijd oranje ogen.

Wetenswaardigheden

  •  Blauwoogmaki's helpen, door de onverteerde zaden in hun ontlasting, met het verspreiden van veel regenwoudplanten
  •  De mannetjes hebben een overwegend zwarte vacht en de vrouwtjes hebben een roodbruine vacht
  • Bij de geboorte hebben zowel de mannetjes als de vrouwtjes een oranjebruine vacht.

Voedsel in de natuur

Fruit, stuifmeel en nectar vormen het grootste deel van het dieet van deze makisoort. Tijdens het droge seizoen, wanneer voedsel schaars is, eten ze ook bladeren, zaden en bessen en af en toe ook insecten. Soms overvallen ze akkers en eten ze van de gewassen, wat ertoe kan leiden dat ze door boeren worden doodgeschoten.

Blauwoogmaki's helpen met het verspreiden van veel regenwoudplanten. Omdat het vlees van vruchten welke ze eten verteert, maar de zaden niet, verspreiden ze zaden van meer dan 50 verschillende plantensoorten door middel van hun ontlasting. Sommige planten zijn zelfs geëvolueerd om door deze maki's te worden verspreid. Blauwoogmaki's bestuiven ook veel planten wanneer ze nectar en stuifmeel van de bloemen van deze planten eten.

Gedrag

Hoewel de blauwoogmaki in het wild niet intensief bestudeerd is, weet men wel dat deze soort tamelijk sociaal is. De grootte van de groepjes variëren gemiddeld van vier tot elf dieren. Vrouwtjes zijn dominant zoals bij de meeste makisoorten. In een groep zitten meestal meer mannetjes dan vrouwtjes. Men vermoedt dat er bij blauwoogmaki's sprake is van polygynie.

Ze hebben geen uitgesproken dag-nacht ritme. Overdag zijn ze sporadisch wakker en de hoeveelheid nachtelijke activiteiten worden wel in verband gebracht met de intensiteit van het maanlicht. Bij een heldere maan zijn ze actiever.

Blauwoogmaki's communiceren door middel van geurmarkeringen, geluiden en wellicht enkele gezichtsuitdrukkingen. Het afzetten van geuren is een belangrijk communicatiemiddel zoals bij de meeste makisoorten. Beide geslachten markeren bomen met agonitale klieren, terwijl mannetjes ook de klieren op hun polsen en handpalmen gebruiken door ze tegen bladeren, twijgen of takken te wrijven. Mannetjes gebruiken ook een geurklier bovenop hun kop door deze ergens langs te wrijven. Er is weinig bekend over de geluiden die ze maken, maar er is een verscheidenheid aan gegrom, getjilp, geblaf en geklik waargenomen. Mannetjes slaken een scherpe kreet wanneer ze in nood verkeren.

Blauwoogmaki's blijken ook zeer agressief te kunnen zijn. Er is regelmatig ruzie tussen groepsleden, vooral tijdens het paarseizoen. In gevangenschap is vastgesteld dat jongen van andere soorten lemuren worden gedood.

Predatie

Over predatie van deze maki's is niets bekend maar predatoren zijn waarschijnlijk fossa's en roofvogels.

Voortplanting in de natuur

Het paarseizoen loopt van april tot juni. Tijdens het paarseizoen ondergaan zowel de mannetjes als de vrouwtjes veranderingen. De mannetjes worden forser, hun zaadballen worden groter en ze worden steeds agressiever en minder tolerant ten opzicht van andere mannetjes.

Vrouwtjes krijgen in de periode van juli tot oktober één of twee nakomelingen, na een dracht van 120 tot 129 dagen. Na de geboorte worden de vrouwtjes erg agressief tegenover de andere dieren in de groep. Na een paar dagen mogen eerst jonge dieren bij de pasgeboren jongen komen, gevolgd door de vader en later andere vrouwtjes uit de groep. Bij de geboorte hebben zowel pasgeboren mannetjes als vrouwtjes dezelfde oranjebruine kleur vacht. De mannetjes worden na 4 tot 8 weken zwart.

De eerste drie weken klampen de jongen zich vast aan de buik van de moeder waarbij ze alleen van hun plaats komen voor het zogen. Na 3 tot 4 weken beginnen ze, nog dicht in de buurt van de moeder, de omgeving wat te verkennen waarbij ze bij de eerste tekenen van gevaar onmiddellijk weer naar de veilige omgeving van de moeder terugkeren. Na 4 tot 6 weken beginnen ze vast voedsel te onderzoeken. De jongen worden gespeend na ongeveer 5 tot 6 maanden en zijn na ongeveer 2 jaar volwassen.

Mannetjes zijn na 2 jaar geslachtsrijp en vrouwtjes na 2,5 tot 3 jaar.

In gevangenschap kunnen ze tussen de 15 en 30 jaar oud worden. Over de verwachte levensduur in het wild is weinig bekend.

Bedreiging

Bijna al het leefgebied van de blauwoogmaki's is gekapt of platgebrand om plaats te maken voor landbouwgrond. Ook de jacht voor het vlees en het verhandelen als huisdier vormt een bedreiging voor deze diersoort. Als gevolg hiervan zijn ze in het wild bijna uitgestorven.

De blauwoogmaki wordt dan ook ernstig bedreigd en staat vermeld in Appendix I van CITES. Er leven waarschijnlijk nog maar 1000 van deze dieren in het wild. De achteruitgang wordt geschat op meer dan 80% in een periode van 24 jaar (6,5% per jaar). Daarom is deze diersoort uitgeroepen tot één van de 25 meest bedreigde primaten. Op de Rode Lijst van de IUCN staat de blauwoogmaki vermeld met de beschermingsstatus 'ernstig bedreigd'.

Bronnen:

  1. Volampeno, S., Randriatahina, G., Schwitzer, C. & Seiler, M. 2020. Eulemur flavifrons. The IUCN Red List of Threatened Species 2020: e.T8211A115563094. https://dx.doi.org/10.2305/IUCN.UK.2020-2.RLTS.T8211A115563094.en Downloaded on 08 November 2021. Accessed on 22 July 2018
  2. Encyclopedia of Live: David den Ouden, Robert Hole, Jr, "Eulemur flavifrons (Gray, 1867)" Encyclopedia of Life, available from: https://eol.org/pages/7022955 Accessed on 22 July 2018
  3. Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Blauwoogmaki Accessed on 22 July 2018.
  4. Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Polygynie Accessed 24 July 2018
Creative Commons License
Dit werk is valt onder een Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Unported-licentie.