Beschrijving moerasantilope

Leefgebied

De moerasantilope leeft in regenwouden en waterrijke gebieden zoals moerassen en meeroevers en voornamelijk in gebieden met rietvelden. In de droge tijd zijn ze gebonden aan permanente wateren en moerassen, in de regentijd laat hij zich ook verder zien, waaronder in uiterwaarden.

Hij leeft in Centraal-Afrika in het zuiden van Nigeria, Kameroen, de Centraal Afrikaanse Republiek, Gabon, Kongo, Zambia, het noorden van Botswana, Congo-Kinshasa, Equatoriaal Guinee en het zuidoosten van Angola. Verder komen ze voor in het gebied rond Gambia.

Een van de gebieden waar de moerasantilope voorkomt is het Odzala National Park, dat gelegen is in het Kongobekken.

Uiterlijk

De moerasantilope is een middelgrote antilope met lange, ver uit elkaar staande poten. Hij heeft een ruige vacht. De vachtkleur is bij mannetjes vaalbruin tot grijzig bruin en bij vrouwtjes meer roodbruin tot kastanjebruin. Over de rug en de achterzijde lopen bij het mannetje enkele vage witte strepen. Het vrouwtje heeft acht tot tien witte dorsale strepen. Beide geslachten hebben vage vlekken op de flanken, en witte vlekken op de wangen en op de snuit, onder de ogen. Verder zijn er twee witte vlekken voor op de nek, een op de keel en een dichter bij de borst.

De hoeven zijn lang (tot 18 centimeter) en staan schuin. Hierdoor kan hij over modder en drassige grond lopen zonder daarin weg te zakken. Over droge grond loopt hij echter vrij onhandig. Enkel de mannetjes hebben hoorns. Deze hoorns zijn zwaar en kunnen 50 tot 92 centimeter lang worden. Ze zijn licht gedraaid: in elke hoorn zit anderhalve draai.

Mannetjes zijn groter dan vrouwtjes. Mannetjes hebben een kop-romplengte van 150 tot 170 centimeter, een schofthoogte van 85 tot 125 centimeter en een lichaamsgewicht van 80 tot 130 kilogram, vrouwtjes hebben een kop-romplengte van 115 tot 155 centimeter, een schofthoogte van 75 tot 105 centimeter en een lichaamsgewicht van 40 tot 85 kilogram. De staart is 18 tot 30 centimeter lang. 

Voedsel in de natuur

Moerasantilopes eten voornamelijk gras, zegge, kruiden en struiken en foerageren zowel op droog land als in moerassen. In het moeras eten ze terwijl ze langzaam door het water waden. Het water reikt daarbij tot hun schouders. Ze eten voornamelijk planten die in de bloei zijn. Bij lange bladeren krullen ze de tong eromheen en trekken ze het in de bek waarna ze het met de snijtanden afsnijden.

Voortbeweging

Moerasantilopes kunnen uitstekend zwemmen. Op het land bewegen ze zich wat klungelig.

Wetenswaardigheden

De moerasantilope is de enige antilope die in het water leeft. Ze hebben lange, gespreid staande hoeven waardoor ze goed over een drassige grond kunnen lopen.

Erg bijzonder is dat ze een soort drijvende platforms bouwen waarop ze kunnen uitrusten. Deze platforms dienen de eerste weken ook als schuilplaats voor de jongen.

Gedrag

Het mannetje leeft solitair en soms in kleine groepjes met enkele vrouwtjes en hun jongen. Zijn zowel overdag als 's nachts actief. Maar als het overdag erg heet is zoeken ze beschutting op.

De moerasantilope is een schuwe diersoort, die zich meestal tussen de oevervegetatie (riet, papyrus, zegge) verborgen houdt. Binnen de riet- en papyrusvelden loopt een netwerk van paden. Hierin legt een moerasantilope ook een bed aan van platgetrapt riet en andere vegetatie, waar hij op rust. Pas tegen de schemering verlaat hij zijn schuilplaats om zich te voeden op de open graslanden en bosgebieden. Hij zal zich echter zelden ver van schuilplaatsen begeven. Hij eet voornamelijk rond zonsopgang en zonsondergang, maar ook 's nachts. 

Een moerasantilope kan uitstekend zwemmen en besteedt vaak de dag gedeeltelijk onder water, waarbij enkel een gedeelte van de kop boven water blijft. Hij laat zich zeer langzaam en geluidsloos het water inzakken. Bij gevaar verbergt hij zich bijna geheel onder water, met enkel de neusgaten boven het water. Het is over het algemeen een solitaire soort. moerasantilopes verzamelen zich soms in groepen tijdens het grazen, maar rusten en herkauwen gebeuren alleen. Ze waarschuwen andere moerasantilopes met niesgeluiden. 

Predatie

Predatoren zijn grote katachtigen, Afrikaanse wilde honden, hyena's en krokodillen. Bij gevaar laten ze blaffend geluid horen en springen ze vaak direct in het water. Het water is een prima schuilplek voor deze dieren.  Ze gaan dan zover onder water dat alleen hun neusgaten er nog bovenuit steken.

Voortplanting in de natuur

Na een draagtijd van zeven maanden wordt één jong van 4 kg geboren. Jongen worden het gehele jaar door geboren, maar de meeste jongen worden geboren in het droge seizoen. Het jong wordt op een nest in de dichte vegetatie geboren. Het vrouwtje bezoekt het jong met vlugge bezoekjes om het te laten zogen, de rest van de tijd ligt het jong verborgen tussen de vegetatie. De plek waar het jong wordt gezoogd is een andere plaats dan de schuilplaats: het vrouwtje leidt haar jong naar een nieuwe plek om het te laten drinken. Het jong is op jonge leeftijd al vrij onafhankelijk en speels. Na zes maanden wordt het gespeend en na vier jaar is het volgroeid.

Mannetjes zijn na 2-2.5 jaar geslachtsrijp en vrouwtjes na 1-2 jaar. De moerasantilope wordt tot twintig jaar oud in gevangenschap. 

Bedreiging

De moerasantilope is makkelijk te bejagen, aangezien ze duidelijk herkenbare, vaste paden in de rietvelden gebruiken. Strikken die in zo'n pad worden geplaatst, hebben een grote kans om een moerasantilope te vangen. Zolang het moerasgebied intact wordt gehouden, schijnt de moerasantilope zich staande te kunnen houden, zelfs als de soort zwaar bejaagd wordt.

De IUCN heeft de moerasantilope als niet bedreigd geclassificeerd.  Het verlies van leefgebied is de grootste bedreiging voor deze diersoort.

Bronnen:

Creative Commons-Licentie
Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Unported-licentie.